Merg en Bloed

Anana zou niet mogen blijven leven. Bij haar geboorte heerst er hongersnood bij de Inuit en dan worden pasgeboren meisjes gedood. Haar moeder doorbreekt dit taboe en sluit daarmee Anana uit uit hun levensgemeenschap. Zij leert Anana echter te overleven. Zij trekken weg uit hun clan en langzamerhand ontdekt ook Anana’s vader haar kunnen en bijzondere kennis. Anana groeit uit tot een sjamaan. Maar zij leeft haar eigen leven en trekt alleen verder.

 

De schrijfster neemt de lezer mee naar de voor ons totaal ongekende en harde wereld van de Inuit. Er zijn geen herkenningspunten met onze wereld en dat maakt het inleven in het verhaal zeker niet gemakkelijk. De keiharde wereld waarin Anana opgroeit, maakt haar eveneens keihard en heel in zichzelf gekeerd. Zij creëert haar eigen wereld die ze verbindt met die van de godin Nuliajuk.

De gebruikte taal en stijl is zeer bijzonder en niet voor iedere lezer even gemakkelijk om te lezen. Het vraagt moeite en inspanning om deze bijzondere stijl te leren smaken en aanvoelen. Als de lezer deze moeite doet, ontdekt hij/zij een heel bijzonder moedig meisje in een zeer harde wereld.

Een bevreemdend verhaal over leven en dood.

Pol Van Damme in Pluizuit.

Wie wint de gouden uil?

Merg en bloed verkent de kille, ijskoude biotoop van de Inuit. In haar eerste boek Witte pijn (goed voor de Boekenleeuw 2002) confronteerde Ina Vandewijer een verwesterde jongen met zijn eskimoroots in een interessante bildungsroman. In Merg en bloed gaat ze de mythische toer op. Het meisje Anana, een taboekind want niet gedood bij haar geboorte in tijden van hongersnood, groeit op als vermeende jongen met als enige gezelschap haar sterke moeder, die haar leert hoe ze moet overleven in de genadeloze ijsvlakten. Ze wordt de "Zwijger", of de "Sprakeloze" genoemd en met bange argwaan bekeken door de clan. Samen met haar ouders verlaat ze de vijandige nederzetting en leert ze het harde en eenzame jagersleven kennen. Tijdens een van die jachten verliest ze een pink, wat haar een nieuwe naam oplevert: "Zij-met-één-pink". Ina Vandewijer koppelt het verhaal van de mysterieuze Anana aan een oude Inuit-mythe over Nuliajuk, de skeletvrouw, godin van de diepte, die mensen voorziet van voedsel uit de zee. Op drie momenten in het boek wordt een andere versie van de mythe verteld ter illustratie van Anana's lot. Een slimme ingreep. Vandewijer schrijft zeer ingehouden en sober. Allicht wilde ze met deze stijlkeuze de sfeer van de oude mythe benaderen. Dat lukt niet helemaal. Het hele verhaal komt weleens gewild literair geconstrueerd en soms weinig geloofwaardig over; bijwijlen klinkt het gekozen taalregister ronduit lachwekkend. De plotselinge link met het Westen op het eind is evenmin overtuigend en haalt de sfeer voor een stuk onderuit.

Annemie Leysen – De Morgen

Website door Emilie Govaerts

Comments